Voor osteopathie is geen verwijzing nodig van een arts. Een consult duurt 45 minuten.
Bij het eerste bezoek wordt er een intake gedaan.
Daarna volgt een lichamelijk onderzoek naar de oorzaak van de klacht. De osteopaat kan verstoringen in de mobiliteit voelen. Hij maakt hierbij ook gebruik van technieken uit de toegepaste kinesiologie. Hiermee wordt door middel van spiertesten gekeken waar de oorzaak van de klacht ligt.
Uit deze bevindingen concludeert de osteopaat wat er behandeld moet worden. Het behandelplan wordt vooraf besproken met de patiënt.
Als de plaats van het probleem gelokaliseerd is, zal de osteopaat dit oplossen door het toepassen van zachte manuele technieken en soms door zachte manipulaties aan gewrichten. Hierdoor hersteld de beweeglijkheid en de doorbloeding. Soms wordt er ook gebruik gemaakt van voedingssupplementen, om de osteopatische behandeling te ondersteunen.
Na 6 behandelingen moet er verbetering zijn. Tussen de behandelingen zit normaal een pauze van 2 tot 3 weken. Dit is nodig om het herstellend vermogen van het lichaam zijn werk te kunnen laten doen. Na 3 tot 6 maanden wordt nog een behandeling gedaan om herhaling van de klachten te voorkomen.